Er is op de Doorstroomtoets veel aandacht voor rekenen en taal. Deze vakgebieden worden als uiterst voorwaardelijk gezien vanwege het middelbare onderwijs en worden vandaar uitgebreid getest. Wat rekenen betreft moeten leerlingen bewijzen dat ze alle stof op de basisschool kunnen inzetten en toepassen. Het gaat dan om alle facetten van rekenen met kleine en grote getallen tot rekenen met procenten, verhoudingen en breuken. Tevens ruimtelijk inzicht en rekenen met tijd en geld komen langs en er is volop aandacht voor meetkunde. Het kan maar duidelijk zijn: De Doorstroomtoets test van elk stukje op het gebied van rekenen hoe sterk leerlingen erin zijn. Maar ook begrijpend lezen wordt als belangrijk beschouwd en komt terug op de toets. Leerlingen lezen en bestuderen stukken tekst, maar kennen ook verwijswoorden, hoofddoelen en subdoelen van een tekst en kunnen feiten en meningen onderscheiden. Spelling wordt tot slot ook gedaan. Er is dan aandacht voor werkwoorden en niet-werkwoorden, maar ook grammatica.